grauw zandoogje
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- grauw zand·oog·je
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van grauw en zandoogje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | grauw zandoogje | grauwe zandoogjes |
Zelfstandig naamwoord
het grauw zandoogje o dim. tant.
- (vlinders) Hyponephele lycaon een dagvlinder uit de familie van de Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders. De voorvleugellengte bedraagt 20 tot 24 millimeter. De soort komt voor over een groot deel van het Palearctisch gebied. In Europa komt de soort vooral voor in het zuiden en oosten. De soort kent één jaarlijkse generatie die vliegt van juni tot augustus. De vlinder vliegt op hoogtes tot 2200 meter
Hyperoniemen
- zandoogjes en erebia's, aurelia's, dagvlinders, vlinders, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'grauw zandoogje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.