grappig
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- grap·pig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | grappig | grappiger | grappigst |
verbogen | grappige | grappigere | grappigste |
partitief | grappigs | grappigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
grappig
- de lust tot (glim-) lachen opwekkend
- Het kind lacht om de grappige clown.
- ▸ Pierewiet. Pierewiet. Het lied met pierewiet gaat over een merel in de lente. Dat mag best, nu de lente in het jasje van de herfst is gaan wonen. Samuel heeft geregeld muziektherapie en voor woorden als pierewiet, zeker bij herhaling uitgesproken, kun je hem wakker maken. Mooie, grappige klank. De herhaling van de ie, de rollende r. Hij lacht uitbundig bij een gezongen pierewiet. Nog een keer, dat refrein. En nog eens.[1]
- ▸ Grappig vond ik zijn opmerking over het motief van mijn reis: ‘Wat is het nut van je wandeling? Je bereikt en verdient er niks mee.’[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. de lust tot (glim-) lachen opwekkend
Gangbaarheid
- Het woord grappig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "grappig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Samuel is trommelaar op zijn eigen klankkast” (18 oktober 2017), de Volkskrant
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %