lustig
Uiterlijk
- lus·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lustig | lustiger | lustigst |
verbogen | lustige | lustigere | lustigste |
partitief | lustigs | lustigers | - |
lustig [2]
- Het woord lustig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lustig" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ lustig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be