Naar inhoud springen

gezelligheid

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 25 sep 2017 om 12:04 (ipa)
Gezelligheid en gastvrijheid.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zel·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezelligheid gezelligheden
verkleinwoord gezelligheidje gezelligheidjes

Zelfstandig naamwoord

gezelligheid v

  1. het gezellig zijn
    • Bedankt voor de gezelligheid. 
  2. een aangename atmosfeer of omgeving
    • Wat een gezelligheid hier! 
Synoniemen
Antoniemen
Spreekwoorden
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be