Naar inhoud springen

gelijkmatig

Uit WikiWoordenboek
Versie door Marcel coenders (overleg | bijdragen) op 8 jun 2018 om 15:14
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • ge·lijk·ma·tig
  • Samenstellende afleiding van gelijk en maat met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gelijkmatig gelijkmatiger gelijkmatigst
verbogen gelijkmatige gelijkmatigere gelijkmatigste
partitief gelijkmatigs gelijkmatigers -

gelijkmatig [1]

  1. steeds overal hetzelfde, zonder onregelmatigheden, zonder uitschieters
    • Alleen iemand met een gelijkmatig karakter kan gelijkmatig goed presteren. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]