gedrag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·drag
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘wijze van doen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1701 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedrag | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het gedrag o
- de manier waarop iemand optreedt of waarop iets ergens op reageert
- Het elektrisch gedrag van halfgeleiders hangt sterk van hun gehalte aan onzuiverheden af.
- ▸ Ik analyseer emoties en gedrag altijd al graag, dus deze ontmoeting was een schot in de roos voor mij.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. de manier waarop iemand optreedt of iets ergens op reageert
|
|
Gangbaarheid
- Het woord gedrag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gedrag" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "gedrag" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be