risicogedrag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ri·si·co·ge·drag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord risicogedrag
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het risicogedrago

  1. gevaarlijk gedrag
     "We kijken naar risicogedrag en daar is mannenseks er één van. Als je kijkt naar de hiv-monitor dan kun je zien dat het risico op hiv-overdracht ongeveer honderd keer zo groot is als bij mannen met heteroseksuele seks", zegt de woordvoerder in het Radio 1 Journaal.[1]
     Blind vertrouwen GroenLinks-Kamerlid Kees Vendrik zei dat er in de politiek nooit de wil is geweest om risicogedrag door bankiers aan te pakken. Bovendien bestond er in Nederland een blind vertrouwen De Nederlandsche Bank.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Sanquin wijzigt homobeleid niet” (Woensdag 4 april 2012, 10:29), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “'Bankiers hadden te lang de vrije hand'” (Donderdag 21 januari 2010, 17:59), NOS