folio

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·lio
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘boekformaat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord folio folio's
verkleinwoord foliootje foliootjes

Zelfstandig naamwoord

folio o [3]

  1. blad papier ter grootte van een half vel (210 × 330 mm)
  2. boekformaat ter grootte van een half vel
  3. blad van een handschrift, boek of register
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • In folio

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Esperanto

  enkelvoud meervoud
nominatief   folio     folioj  
accusatief   folion     foliojn  

Zelfstandig naamwoord

folio

  1. blad


Pools

Uitspraak
  • IPA: /fɔlʲjɔ/

Zelfstandig naamwoord

folio o

  1. folio; een papierformaat van gedrukte boeken en documenten
Afgeleide begrippen

Meer informatie



Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /fɔlɪjɔ/
Woordafbreking
  • fo·lio
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Latijnse folium

Zelfstandig naamwoord

folio o

  1. folio; een papierformaat van gedrukte boeken en documenten
Verbuiging
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen