dunheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dunheid    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈdʏnhɛit / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• dun·heid

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van dun met het achtervoegsel -heid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dunheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dunheid v

1. het mager zijn

   • Volgens de Stichting Reclame Code geldt op het gebied van cosmetica de volgende speciale bepaling: "In reclame-uitingen gebruikte modellen en digitale technieken mogen niet de indruk geven dat een bepaalde lichaamsvorm de voorkeur geniet, of extreme dunheid aanmoedigen."  
   • Nigella heeft zelf in haar leven te maken gehad met een eetprobleem: haar moeder kampte met een eetstoornis. Ze kwam daar pas achter toen haar moeder stierf op de leeftijd van 48. "Ik heb één en twee bij elkaar opgeteld", zei ze in The Late Late Show, "Ik wist dat ze iets had met dunheid, maar kwam er pas later achter hoe de vork in de steel zat.  

2. de ijlheid van de atmosfeer

   • Zo zijn voor de K2 (8611 meter) veel meer technische klimkennis benodigd dan voor de Mount Everest (8848 meter), terwijl hoogtegerelateerde factoren zoals de dunheid van de atmosfeer, krachtige winden en lagere temperaturen verder min of meer hetzelfde zijn.  

Synoniemen

• [1] magerte, dunnigheid, dunte, rankheid, breekbaarheid, broosheid, fijnheid, slankheid
• [2] ijlheid

Antoniemen

• [1] dikheid, gezetheid, corpulentie

Vertalingen

    2. magerheid   

Engels: thinness (en)

Gangbaarheid

• Het woord dunheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dunheid" herkend door:

82 %	van de Nederlanders;
85 %	van de Vlamingen.