fijnheid

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fijn·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van fijn met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord fijnheid fijnheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

fijnheid v [1]

  1. lieflijk, zacht en teder
    • „Liefelijker geluid is wel nooit van de lippen eens redenaars gevloeid”, zei J. P. Hasenbroek ooit van Johannes Henricus van der Palm (1763-1840), dichter, theoloog, staatsman en hoogleraar (in Leiden). Nicolaas Beets noteerde in zijn dagboek na een eerste ontmoeting met zijn hoogleraar: „De fijnheid van Van der Palm in de conversatie bewonder ik. Hij zegt niets voor niet en alles even goed.” „Men moet Van der Palm zijn, men kan geen Van der Palm gelijken.” [2] 
    • 'Ik kan niet eens beschrijven hoe blij ik me voel met zoveel avocado-fijnheid op tafel," schrijft YouTuber Claire Simon (54.000 volgers) onder haar Instagram­foto van 21 maart jongstleden, waarop ze haar vork en mes in een zorgvuldig gedecoreerd avocadoroosje zet. [3] 
  2. klein en slank
    • Uiteindelijk zal de Dornier Do 17Z, bijgenaamd ‘het vliegende potlood’ vanwege de fijnheid van zijn romp, tentoongesteld worden in het museum om ‘een licht te werpen op de opofferingen van jongemannen van beide luchtmachten (Brits en Duits) en andere landen’. [4] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad 16-07-2012 J. H. van der Palm (1763-1840) was begaafd redenaar
  3. Het Parool NINA RIJNIERSE 8 MEI 2017 Waarom de avocado zo populair is
  4. De Standaard 04/05/2013 om 15:24 door kld Bergingsoperatie van Duitse bommenwerper uit WOII begonnen in Kanaal
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be