duet
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- du·et
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans of Duits, in de betekenis van ‘tweestemmig gezang’ voor het eerst aangetroffen in 1795 [1]
- Ontleend aan het Italiaanse duetto
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duet | duetten |
verkleinwoord | duetje | duetjes |
Zelfstandig naamwoord
duet o
- (muziek) een muziekstuk voor twee uitvoerders (instrumenten of stemmen)
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een muziekstuk voor twee uitvoerders (instrumenten of stemmen)
Gangbaarheid
- Het woord duet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "duet" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Fries
Woordafbreking
- du·et
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duet | duetten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
duet o
Synoniemen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Fries
- Zelfstandig naamwoord in het Fries