septet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sep·tet
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘muziekstuk voor zeven partijen’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • Ontleend aan het Italiaanse septem naar analogie van duet
enkelvoud meervoud
naamwoord septet septetten
verkleinwoord septetje septetjes

Zelfstandig naamwoord

het septeto

  1. (muziek) een groep van zeven muzikanten
  2. (muziek) een muziekstuk voor zeven musici
Verwante begrippen

Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen