septet
Uiterlijk
- sep·tet
- In de betekenis van ‘muziekstuk voor zeven partijen’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Ontleend aan het Italiaanse septem naar analogie van duet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | septet | septetten |
verkleinwoord | septetje | septetjes |
het septet o
- Het woord septet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "septet" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "septet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be