dorado

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Doradodorade


Nederlands

[B] Een dorado (Coryphaena hippurus)
Uitspraak
Woordafbreking
  • do·ra·do
Woordherkomst en -opbouw
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord dorado dorado's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[A] dorado o

  1. ideale plaats
     Bijna vergat ik het dorado voor de rustzoekende verblijfstoerist, het park `Fonpoutreau', vrucht van noeste Nederlandse ondernemingsgeest, met veertien verspreide zomerhuisjes die verhuurd worden.[2]
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord dorado dorado's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[B] dorado m

  1. (straalvinnigen) (verouderd) benaming voor de goudmakreel Coryphaena hippurus op Wikispecies
      Op een andere tijd vingen wy met den Angel een Dorado, maer ontrent twee voeten langh; en van 't midden des rughs tot aen 't midden des buycks ruym vier duymen breed, doch niet seer dick.[3]

Gangbaarheid

62 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 14 mei 2020 Weblink bron
    Gijs van Stijgeren
    “Thenon (2)” (29 mei 1999) op nrc.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 14 mei 2020 Weblink bron
    Simon de Vries
    “Wonderen soo aen als in, en wonder-gevallen soo op als ontrent de zeeën, rivieren, meiren, poelen en fonteynen: historischer; ondersoeckender, en redenvoorstellender wijs verhandeld.” (1687), Jan ten Hoorn, Amsterdam, p. 540
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • do·ra·do
enkelvoud meervoud
dorado dorados

Zelfstandig naamwoord

dorado m

  1. vergulding
  2. goudbruine kleur
  3. (straalvinnigen) dorade
  enkelvoud meervoud
mannelijk dorado dorados
vrouwelijk dorada doradas

Bijvoeglijk naamwoord

dorado

  1. goudkleurig, goudgeel
  2. verguld

Werkwoord

vervoeging van
dorar

dorado

  1. voltooid deelwoord (participio) van dorar