dobbelsteen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dobbelsteen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dob·bel·steen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kleine kubus met ogen van één tot zes’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- samenstelling van dobbel ww en steen [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dobbelsteen | dobbelstenen |
verkleinwoord | dobbelsteentje | dobbelsteentjes |
Zelfstandig naamwoord
de dobbelsteen m
- (spel) kubusvormig voorwerp met op elk van de zijden een van de ogenaantallen één tot en met zes
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. kubusvormig voorwerp met op elk van de zijden een van de ogenaantallen één tot en met zes
Gangbaarheid
- Het woord dobbelsteen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "dobbelsteen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "dobbelsteen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ dobbelsteen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be