dearchiveren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van dearchiveren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		dearchiveren			te dearchiveren
	toekomend		zullen dearchiveren			te zullen dearchiveren
voltooid	tegenwoordig		gedearchiveerd			te gedearchiveerd
	toekomend		gedearchiveerd zullen			gedearchiveerd te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	dearchiverend		gedearchiveerd			ev. dearchiveer	mv. verouderd dearchiveert	dearchivere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	dearchiveer	dearchiveert	dearchiveert	dearchiveert	dearchiveert	dearchiveren	dearchiveren	dearchiveren
verleden (o.v.t.)	dearchiveerde	dearchiveerde	dearchiveerde	dearchiveerde	dearchiveerde	dearchiveerden	dearchiveerden	dearchiveerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal dearchiveren	zult/zal dearchiveren	zult/zal dearchiveren	zult dearchiveren	zal dearchiveren	zullen dearchiveren	zullen dearchiveren	zullen dearchiveren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou dearchiveren	zou dearchiveren	zou(dt) dearchiveren	zoudt dearchiveren	zou dearchiveren	zouden dearchiveren	zouden dearchiveren	zouden dearchiveren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij