dagblad

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dagblad    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dag·blad

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  dag  en  blad 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dagblad	dagbladen
verkleinwoord	dagblaadje	dagblaadjes

Zelfstandig naamwoord

dagblad o

1. (media) klassiek massamedium, gedrukt op papier en gericht op het verspreiden van nieuws, een krant die iedere dag (behalve zondag) verschijnt

   • De NRC, de Volkskrant, de Telegraaf en het Algemeen dagblad zijn landelijke dagbladen. 

Synoniemen

• courant, krant

Vertalingen

    1. klassiek massamedium, gedrukt op papier en gericht op het verspreiden van nieuws   

Afrikaans: koerant (af) Catalaans: diari (ca) m Deens: avis (da) Duits: Tageszeitung (de) v, Zeitung (de) v Engels: newspaper (en) Esperanto: gazeto (eo), ĵurnalo (eo) Fins: sanomalehti (fi) Frans: journal (fr) Fries: krante (fy)

Italiaans: giornale (it) m Noors: avis (no) Papiaments: korant Pools: gazeta (pl) Portugees: diário (pt), jornal (pt) Spaans: diario (es) m, periódico (es) m Turks: gazete (tr) Waals: gazete (wa) Zweeds: dagstidning (sv)

Gangbaarheid

• Het woord dagblad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dagblad" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.