Naar inhoud springen

container

Uit WikiWoordenboek
container
  • con·tai·ner
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘laadbak’ voor het eerst aangetroffen in 1948 [1]
  • (met het voorvoegsel con-) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord container containers
verkleinwoord containertje containertjes

decontainerm

  1. (grote) (gestandaardiseerde) metalen kist voor het transport van losse goederen
    • Je kunt het gebruikte glas in de glascontainer gooien. 
    • Tegenwoordig worden veel goederen met gestandaardiseerde scheepscontainers vervoerd. 
  2. grote metalen bak waarin afval gestort kan worden
     De gemeente stelde 9 miljoen euro beschikbaar, opende een jongerenloket en regelde gezinscoaches. Maar de wijk krabbelt slechts langzaam op en het aantal klachten over de buitenruimte blijft groot. "Ziet nou niemand van de gemeente dat het een rotzooi is?", vraagt een bewoonster zich af bij de regionale omroep Rijnmond. Volgens haar is het elke dag weer raak met huisraad en vuilniszakken naast de containers.[3]
     Maar, zegt een woordvoerder van de GGD, "de rat hoort nu eenmaal in de stad." Omdat de gemeente inzet op vergroening, komt er meer natuur, inclusief de rat. Ook groeit de stad, waardoor er meer containers met etensresten zijn, "Rattenpopulaties floreren hierbij", stelt de gemeente.[4]
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]
  1. "container" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. container op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 23 juni 2022 Weblink bron “Oud-Crooswijk was armste wijk, miljoenen verder gaat het iets beter” (02-10-2021), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 19 april 2025 Weblink bron “Extra geld voor rattenbestrijding Amsterdam, maar 'rat hoort nu eenmaal in de stad'” (18 april 2025), NOS
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  • con·tai·ner
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord continere.
  • Deens zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel con-.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   container     containeren     containere     containerne  
genitief   containers     containerens     containeres     containernes  

container, g

  1. container
    • con·tai·ner
    • Afkomstig van het Latijnse werkwoord continere
    • Noors zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel con-.
    Naar frequentie 16489
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   container     containeren     containere     containerne  
    genitief   containers     containerens     containeres     containernes  

    container, m

    1. container
    • con·tai·ner
    • Afkomstig van het Latijnse werkwoord continere.
    • Nynorsk zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel con-.
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   container     containeren     containerar     containerane  

    container, m

    1. container