container

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

container
Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tai·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘laadbak’ voor het eerst aangetroffen in 1948 [1]
  • (met het voorvoegsel con-) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord container containers
verkleinwoord containertje containertjes

Zelfstandig naamwoord

de containerm

  1. (grote) (gestandaardiseerde) metalen kist voor het transport van losse goederen
    • Je kunt het gebruikte glas in de glascontainer gooien. 
    • Tegenwoordig worden veel goederen met gestandaardiseerde scheepscontainers vervoerd. 
  2. grote metalen bak waarin afval gestort kan worden
     De gemeente stelde 9 miljoen euro beschikbaar, opende een jongerenloket en regelde gezinscoaches. Maar de wijk krabbelt slechts langzaam op en het aantal klachten over de buitenruimte blijft groot. "Ziet nou niemand van de gemeente dat het een rotzooi is?", vraagt een bewoonster zich af bij de regionale omroep Rijnmond. Volgens haar is het elke dag weer raak met huisraad en vuilniszakken naast de containers.[3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tai·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord continere.
  • Deens zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel con-.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   container     containeren     containere     containerne  
genitief   containers     containerens     containeres     containernes  

Zelfstandig naamwoord

container, g

  1. container

Verwijzingen


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tai·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord continere
  • Noors zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel con-.
Naar frequentie 16489
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   container     containeren     containere     containerne  
genitief   containers     containerens     containeres     containernes  

Zelfstandig naamwoord

container, m

  1. container
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tai·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord continere.
  • Nynorsk zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel con-.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   container     containeren     containerar     containerane  

Zelfstandig naamwoord

container, m

  1. container
Schrijfwijzen