conciërge
Uiterlijk
- Geluid: conciërge (hulp, bestand)
- IPA: / kɔnˈʃɛrʒə / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /kɔn.ˈʒɛr.ʒə/
- (Limburg): /kɔn.si.ˈjɛr.ʒə/
- con·ci·er·ge
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘huisbewaarder’ voor het eerst aangetroffen in 1569 [1]
- van het Franse 'concierge' (met het voorvoegsel con-)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | conciërge | conciërges |
verkleinwoord | conciërgetje | conciërgetjes |
- (beroep) een huisbewaarder, een toezichthouder in een gebouw
- ▸ `De conciërge?'
`Hij haat dat woord, al bevalt de etymologie ervan hem wel. Hij heeft mij geleerd dat het is afgeleid van "comte des cierges", de graaf der kaarsen.[2] - ▸ Hij keek nu als een hoogst verontwaardigde conciërge die zojuist twee brugklassers had betrapt op het roken van een sigaret in de toiletten. Voetje voor voetje schuifelden ze zijn kant op.[3]
- ▸ `De conciërge?'
1. een huisbewaarder, een toezichter in een gebouw
- Het woord conciërge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "conciërge" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "conciërge" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 12
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel con- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %