Naar inhoud springen

complex

Uit WikiWoordenboek
  • com·plex
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen complex complexer
verbogen complexe complexere
partitief complex complexers -

complex [3]

  1. ingewikkeld, moeilijk, uit veel onderdelen bestaand
    • Juridisch is dit een complexe zaak. 
    • De actrices, stuk voor stuk genomineerd voor een Golden Globe, zijn fantastisch in de rollen, die hoe langer hoe complexer blijken. Actrice Emma Stone buit haar grote ogen maximaal uit en maakt Abigail gevaarlijker dan ze eruitziet. [4] 
     Ze zat vol tegenstrijdigheden, was ontwapenend lief maar kon ook onverwacht fel uit de hoek komen zodra iemand te dichtbij kwam of te veel van haar verwachtte. Jetfighter had een aantal gecompliceerde relaties achter de rug. Ze grapte dat ze een zwarte weduwe was die haar mannetje na het paren opat. Zij vroeg zich af waarom zij toch altijd drama’s aantrok: zo complex was ze toch niet?[5]
enkelvoud meervoud
naamwoord complex complexen
verkleinwoord complexje complexjes

het complexo [6]

  1. geheel van bij elkaar liggende gebouwen met dezelfde functie
    • Op het complex liggen vijf voetbalvelden. 
     Dit heeft dan betrekking op het aanlengen van alcoholische drank met kraanwater, het mixen van cocktails met afgekeurde partijen limonades van een mismerk, het mondjesmaat toevoegen van chemicaliën in het water van het zwembad, hergebruik van het buffetvoedsel, sterk verlaagd gebruik van insecticiden bij muggen-, ratten- en kakkerlakkenplagen, op strategische plaatsen het aantal functionerende lampen verminderen en het achterstallig onderhoud aan de complexen uitbesteden aan incapabele, lees goedkope, krachten. Dit zijn enkele voorbeelden die regelmatig worden gesignaleerd.[7]
  2. (psychologie) een door een affect bijeengehouden groep van voorstellingen b.v. oedipuscomplex
  3. (scheikunde) complexe verbinding
    • Het DNA-molecuul is een zeer groot complex van suikers en zuren. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[8]


complex

  1. complex


  • IPA: /kəmˈplɛks/, /ˈkɒm.plɛks/
  • SAMPA: /k@m"plEks/, /"kQm.plEks/

complex

  1. complex