ingewikkeld

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ge·wik·keld
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: inwikkelen…
verbogen vorm: ingewikkelde

ingewikkeld

  1. voltooid deelwoord van inwikkelen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ingewikkeld ingewikkelder ingewikkeldst
verbogen ingewikkelde ingewikkeldere ingewikkeldste
partitief ingewikkelds ingewikkelders -

Bijvoeglijk naamwoord

ingewikkeld

  1. niet eenvoudig; uit veel verschillende onderdelen bestaand
     De ingewikkeldste restauraties vinden in de oudere gedeeltes van het paleis plaats.[1]
     Dit ingewikkelde, logistieke gebeuren werd resupply genoemd. Zo zat er in elke doos ontbijt, lunch en avondeten, maar ook al mijn snacks, repen en noten voor onderweg en papieren landkaarten voor de volgende etappe, nieuw wc-papier en om de 700 kilometer een paar nieuwe schoenen.[2]
  2. moeilijk te begrijpen
     De eerste vijf maanden waren probleemloos voorbijgevlogen, maar nu mijn thuiskomst naderde was hij er wel klaar mee, papa moest naar huis komen. Ik had hem ook gemist en verlangde ernaar hem weer in mijn armen vast te houden. Misschien nog ingewikkelder was het toen het uitging met mijn oudste dochter en haar vriendje.[2]
     Niemand sprak Martina tegen en het vervolg van de discussie werd zowel ingetogener als ingewikkelder, zoals toen ze de verschillen begonnen uit te spitten tussen objectieve en subjectieve redenen voor een Sovjetpoging om de hervormingspolitiek met geweld te stoppen.[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Plan voor restauratie Soestdijk gepresenteerd: 'Geen gemakkelijke klus'” (3/6/2020), NOS
  2. 2,0 2,1
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044633535
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be