fabriekscomplex
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·brieks·com·plex
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fabriekscomplex | fabriekscomplexen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het fabriekscomplex o
- groep gebouwen die samen een fabriek vormen
- ▸ ... hiervandaan kunnen we de silo’s zien en het fabriekscomplex met het hoge, grijze hoofdgebouw dat onder de graffiti zit en dat er enger uitziet dan in mijn herinnering.[1]
- ▸ Het bericht over de reis komt als een verrassing. In mei werd een bezoek van Ban aan een fabriekscomplex op de grens tussen beide landen op het allerlaatste moment afgeblazen door Pyongyang. Voor de afzegging is nooit een verklaring gegeven.[2]
Gangbaarheid
- Het woord fabriekscomplex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)“Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
- ↑ Weblink bron “'Ban Ki-moon deze week naar Noord-Korea'” (16-11-2015), NOS