colbert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • col·bert
Woordherkomst en -opbouw
  • eponiem: pseudo-Frans, vermoedelijk in de 19e eeuw door Nederlandse kleermakers genoemd naar de 17e eeuwse Franse staatsman Colbert op Wikipedia (nl); in de betekenis van ‘jas zonder panden’ voor het eerst aangetroffen in 1881 [1][2][3][4]
enkelvoud meervoud
naamwoord colbert colberts
verkleinwoord colbertje colbertjes

Zelfstandig naamwoord

colbert m/o

  1. (kleding) korte herenjas dat een deel is van een kostuum en tegenwoordig ook door vrouwen gedragen kan worden
    • Arie staat te dralen bij de pakken in de hoop dat iemand hem komt helpen. Hij voelt zich smoezelig in zijn afgedragen colbert.[5] 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen