colbertjas
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: colbertjas (hulp, bestand)
Woordafbreking
- col·bert·jas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | colbertjas | colbertjassen |
verkleinwoord | colbertjasje | colbertjasjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding) korte herenjas dat een deel is van een kostuum en tegenwoordig ook door vrouwen gedragen kan worden
- ▸ De hervormde predikant, die in een appartement in Amersfoort-Noord woont, draagt een hugenotenkruisje op zijn donkerblauwe colbertjasje. Hij spreekt gemakkelijk en lacht graag, maar als het om serieuze zaken gaat, is hij op slag ernstig.[2]
- ▸ Het is kwart voor tien. In het auditorium van het gebouw van de Erdee Media Groep in Apeldoorn zitten meer dan 170 mannen. Jong en oud, sommigen in colbertjasje, anderen meer casual gekleed.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord colbertjas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Jan van Reenen“Ds. Van den Hul 25 jaar predikant” (21 maart 2013), Reformatorisch Dagblad