Naar inhoud springen

chorus

Uit WikiWoordenboek
  • cho·rus
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord chorus chorussen
verkleinwoord

de chorusm

  1. (muziek) refrein dat gezongen wordt door een koortje
    • Een Stijl bevat telkens een volledige song (inclusief zangspoor) in verschillende delen, zoals een intro, enkele verzen, een bridge en een chorus. Daar kan je al leuke dingen mee doen, maar als echte dj remix je de boel natuurlijk het liefst helemaal door elkaar, zodat er een compleet nieuw nummer ontstaat. De Shake-functie (voor willekeurige loops) en de Effectengenerator, die je bedient door je Android-toestel te kantelen, maken het plaatje helemaal af. [2] 
80 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[3]
  1. chorus op website: Etymologiebank.nl
  2. De Standaard 02/10/2013 om 10:47 door Michel van der Ven Tiësto achterna met Android
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  1. (muziek) koor
  2. (muziek) zanggroep
  3. (muziek) refrein dat gezongen wordt door een koortje
  4. (muziek) de geïmproviseerde solopartij in een concert van een groepje jazzmuzikanten
  5. (figuurlijk) een groepje mensen, krekels
  6. (figuurlijk) het herhaalde geroep of geschreeuw afkomstig van een groepje mensen.
  1. overgankelijk (muziek) in een koorgroep bezingen
  2. overgankelijk (figuurlijk) in koor roepen
  3. overgankelijk (figuurlijk) doen weerklinken
  4. onovergankelijk (muziek) in een koorgroep zingen
  5. onovergankelijk (figuurlijk) in koor roepen
  6. onovergankelijk (figuurlijk) weerklinken


  • IPA: /ˈkhorus/, /ˈkhɔrus/, /ˈkorus/, /ˈkɔrus/

chorus m

  1. (muziek) (toneel) koor