zanggroep

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Indonesisiche zanggroep
Uitspraak
Woordafbreking
  • zang·groep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zanggroep zanggroepen
verkleinwoord zanggroepje zanggroepjes

Zelfstandig naamwoord

de zanggroepv / m

  1. een groep zangers of zangeressen die gewoonlijk, in de populaire of volksmuziek, op muzikale arrangementen zingen
    • Bruce'dochter Julie Forsyth was lid van de Britse zanggroep Guys 'n Dolls en vormde later met haar man Dominic Grant het duo Grant & Forsyth.[1] 
    • Belangrijkste reden om een stap terug te doen is het volle tourneeschema van de zanggroep. „Ik vond het ontzettend moeilijk dat ik mijn familie of vrienden niet kon zien op momenten dat ik ze nodig had of dat ze mij nodig hadden”, zegt hij. „Het is moeilijk voor me om gewoon even de natuur in te gaan als ik tijd nodig heb voor mezelf.”[2] 
    • Maar Kostov heeft volgens de Bulgaarse delegatie in Kiev waarschijnlijk geen probleem. Hij was als jongen van veertien met een zanggroep van kinderen in 2014 maar heel even op de Krim. Hij is een van de favorieten op het songfestival in Kiev. Hij doet net als de Nederlandse inzending OG3NE, donderdag mee aan de tweede halve finale. De finale van het festival is zaterdag.[3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 18 aug. 2017
  2. de Telegraaf 12 mei 2017
  3. de Telegraaf 11 mei 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be