bush

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bush
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘rimboe’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bush -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de bushm

  1. rimboe
Synoniemen
Hyponiemen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
bush bushes

Zelfstandig naamwoord

bush

  1. struik


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • bush

Zelfstandig naamwoord

bush monbezield

  1. (verouderd) bush; een term die voornamelijk in Australië en Nieuw-Zeeland gebruikt wordt om een landschap aan te duiden dat niet in cultuur gebracht is
Verbuiging
Schrijfwijzen
Gelijkklinkende woorden

Verwijzingen