bumpersurfen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van bumpersurfen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		bumpersurfen			te bumpersurfen
	toekomend		zullen bumpersurfen			te zullen bumpersurfen
voltooid	tegenwoordig		gebumpersurfd gebumpersurft			te gebumpersurfd gebumpersurft
	toekomend		gebumpersurfd gebumpersurft zullen			gebumpersurfd gebumpersurft te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	bumpersurfend		gebumpersurfd gebumpersurft			ev. bumpersurf	mv. verouderd bumpersurft	bumpersurfe
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	bumpersurf	bumpersurft	bumpersurft	bumpersurft	bumpersurft	bumpersurfen	bumpersurfen	bumpersurfen
verleden (o.v.t.)	bumpersurfde bumpersurfte	bumpersurfde bumpersurfte	bumpersurfde bumpersurfte	bumpersurfde bumpersurfte	bumpersurfde bumpersurfte	bumpersurfden bumpersurften	bumpersurfden bumpersurften	bumpersurfden bumpersurften
toekomend (o.t.t.t.)	zal bumpersurfen	zult/zal bumpersurfen	zult/zal bumpersurfen	zult bumpersurfen	zal bumpersurfen	zullen bumpersurfen	zullen bumpersurfen	zullen bumpersurfen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou bumpersurfen	zou bumpersurfen	zou(dt) bumpersurfen	zoudt bumpersurfen	zou bumpersurfen	zouden bumpersurfen	zouden bumpersurfen	zouden bumpersurfen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij