boszangers

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Siberische tjiftjaf Phylloscopus collybita tristis
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bos·zan·gers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boszangers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de boszangersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boszanger
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) Phylloscopus op Wikispecies een familie van kleine, veelal bruingroene zangvogels uit de familie Phylloscopidae op Wikispecies. De correcte Nederlandse naam is 'boszangers', maar vogelaars spreken eerder over "phylloscopen" (ev. "phylloscoop") of "phyllo's". Het geslacht telt 80 soorten
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie