soendaboszanger
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- soen·da·bos·zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | soendaboszanger | soendaboszangers |
verkleinwoord | soendaboszangertje | soendaboszangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de soendaboszanger m
- (zangvogels) Phylloscopus grammiceps een zangvogel uit de familie Phylloscopidae . Deze soort telt twee ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'soendaboszanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.