bloggen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van bloggen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		bloggen			te bloggen
	toekomend		zullen bloggen			te zullen bloggen
voltooid	tegenwoordig		hebben geblogd			te hebben geblogd
	toekomend		geblogd zullen hebben			geblogd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	bloggend		geblogd			ev. blog	mv. verouderd blogt	blogge
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	blog	blogt	blogt	blogt	blogt	bloggen	bloggen	bloggen
verleden (o.v.t.)	blogde	blogde	blogde	blogde	blogde	blogden	blogden	blogden
toekomend (o.t.t.t.)	zal bloggen	zult/zal bloggen	zult/zal bloggen	zult bloggen	zal bloggen	zullen bloggen	zullen bloggen	zullen bloggen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou bloggen	zou bloggen	zou(dt) bloggen	zoudt bloggen	zou bloggen	zouden bloggen	zouden bloggen	zouden bloggen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geblogd	hebt geblogd	hebt/heeft geblogd	hebt geblogd	heeft geblogd	hebben geblogd	hebben geblogd	hebben geblogd
verleden (v.v.t.)	had geblogd	had geblogd	had geblogd	hadt geblogd	had geblogd	hadden geblogd	hadden geblogd	hadden geblogd
toekomend (v.t.t.t.)	zal geblogd hebben	zal/zult geblogd hebben	zult/zal geblogd hebben	zult geblogd hebben	zal geblogd hebben	zullen geblogd hebben	zullen geblogd hebben	zullen geblogd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geblogd hebben	zou geblogd hebben	zou/zoudt geblogd hebben	zoudt geblogd hebben	zou geblogd hebben	zouden geblogd hebben	zouden geblogd hebben	zouden geblogd hebben