blande
Uiterlijk
- blan·de
- Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord blanda
Naar frequentie | 4086 |
---|
blande
- overgankelijk mengen, vermengen
- overgankelijk samensmelten, versmelten
- overgankelijk schudden (van kaarten)
- overgankelijk, (figuurlijk) niet van elkaar kunnen onderscheiden, in verwarring brengen
- [1]: mikse
- [1]: røre sammen
|
|
|
- blande (sammen) begreper
begrippen verwarren
- blande farger
kleuren mengen
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | blande | m: blanden v: blanda |
blander | blandene |
genitief | blandes | m: blandens v: blandas |
blanders | blandenes |
- (drinken) mixed drank, met name van zure melk en wei gemengd met water
vervoeging van |
---|
blandir |
blande
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van blandir
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van blandir
vervoeging van |
---|
blandirse |
blande
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van blandirse
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 6
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zwak werkwoord klasse 1 in het Noors
- Werkwoord in het Noors
- Overgankelijk werkwoord in het Noors
- Figuurlijk in het Noors
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Drinken in het Noors
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 6
- Werkwoordsvorm in het Spaans