bezoldiging

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bezoldiging    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·zol·di·ging

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van bezoldigen met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bezoldiging	bezoldigingen
verkleinwoord	bezoldigingetje	bezoldigingetjes

Zelfstandig naamwoord

de bezoldiging v

1. het salaris geven aan een medewerker
2. gage, loon, salaris, traktement, verdienste, wedde

Afgeleide begrippen

• bezoldigingsbesluit, bezoldigingsregeling

Vertalingen

    1.   

Engels: salary (en), wage (en), wages (en)

Spaans: salario (es) m

Gangbaarheid

• Het woord bezoldiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bezoldiging" herkend door:

78 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.