salaris
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sa·la·ris
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | salaris | salarissen |
verkleinwoord | salarisje | salarisjes |
Zelfstandig naamwoord
salaris o
- regelmatige, meestal maandelijkse beloning voor werk verricht in een werkverband
- Het salaris is afhankelijk van leeftijd en ervaring.
- De salarissen, uitkeringen en pensioenen gaan omhoog.
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
- aanvangssalaris, basissalaris, brutosalaris, jaarsalaris, maandsalaris, maatmanssalaris, nettosalaris, topsalaris
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. regelmatige, meestal maandelijkse beloning voor werk verricht in een werkverband
Gangbaarheid
- Het woord salaris staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'salaris' herkend door
99 % | van de Nederlanders |
100 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.