gage

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gage    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ga·ge

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘loon’ voor het eerst aangetroffen in 1530
• afgeleid van het Franse gage (met het achtervoegsel -age)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gage	gages
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gage v/m

1. het loon dat iemand krijgt voor het verrichte werk m.n. bij artiesten

   • De artiest kreeg na afloop van zijn optreden zijn gage. 

Synoniemen

• arbeidsloon, soldij, salaris, wedde, bezoldiging, loon, traktement

Vertalingen

    1.   

Engels: salary (en), wage (en), wages (en) Frans: gage (fr)

Spaans: salario (es) m

Gangbaarheid

• Het woord gage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gage" herkend door:

80 %	van de Nederlanders;
73 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.