betamen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
betamen | betamelijk |
Woordafbreking
- be·ta·men
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Middelnederlandse tamen met het voorvoegsel be- [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
betamen |
betaamde |
betaamd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
betamen
- (onpersoonlijk) wat volgens de zeden en normen zo zou moeten zijn
- Zoals het een Belgische prinses betaamde, werd zij streng katholiek opgevoed.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord betamen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'betamen' herkend door
90 % | van de Nederlanders |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Onpersoonlijk werkwoord in het Nederlands
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 89 %