benefit
Uiterlijk
- Geluid: benefit (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbɛn.ə.fɪt/
- ben·e·fit
- Afkomstig van het Middelengelse benefytt, dat van het Latijnse "bene facere" komt.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
benefit | benefits |
benefit
- [1,2,6,7,11]: advantage
- [1,2,5,11,12]: gain
- [1,2,5,11,12]: profit
- [2]: interest
- [3]: benefit performance
- [6]: use
- [8]: subsidy
- [10]: income
- [10]: salary
- [10]: wage
- [10]: wages
- [11]: vantage
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to benefit |
he/she/it | benefits |
verleden tijd | benefited |
voltooid deelwoord |
benefited |
onvoltooid deelwoord |
benefiting |
gebiedende wijs | benefit |
benefit
- onovergankelijk goed doen
- onovergankelijk van voordeel zijn
- onovergankelijk een voordeel halen