Naar inhoud springen

beheren

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 10 jun 2018 om 22:35
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • be·he·ren
  • In de betekenis van ‘besturen’ voor het eerst aangetroffen in 1357 [1]
  • afgeleid van heer met het voorvoegsel be- en met het achtervoegsel -en: heer zijn over iets. [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beheren
beheerde
beheerd
zwak -d volledig

beheren

  1. overgankelijk het beheer hebben over iets, ergens voor verantwoordelijk zijn
    • Wij zoeken iemand die voor ons de website wil beheren. 
  2. overgankelijk iets leiden, besturen
    • Wie is deze winkel momenteel aan het beheren? 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]