asiento
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- a·sien·to
enkelvoud | meervoud |
---|---|
asiento | asientos |
Zelfstandig naamwoord
asiento m
- zetel, stoel, zitplaats
- bodem (van een fles of pot)
- ligging (van een gebouw)
- contract
- verblijf
- bezinksel
- boeking
Verwijzingen
- asiento in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Werkwoord
vervoeging van |
---|
asentar |
asiento
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van asentar
vervoeging van |
---|
asentir |
asiento
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van asentir