Naar inhoud springen

apropos

Uit WikiWoordenboek

het aproposo

  1. verouderde spelling of vorm van à propos tot 2006


apropos

  1. à propos (inleiding op een opmerking die met het voorgaande verbonden is)


apropos

  1. à propos (inleiding op een opmerking die met het voorgaande verbonden is)


  • apro·pos
  • Afkomstig uit het Frans
Naar frequentie 4993

apropos

  1. à propos
    «Apropos penger, kan du låne meg en tier?»
    À propos geld, kun je me een tientje lenen?
  2. gelegen, gunstig
    «Bemerkningen kom svært apropos
    De opmerking kwam heel gelegen.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   apropos     aproposet     apropos
aproposer  
  aproposa
aproposene  
genitief   apropos'     aproposets     apropos'
aproposers  
  aproposas
aproposenes  

apropos, o

  1. aanmerking, commentaar, opmerking, voetnoot


  • apro·pos
  • Afkomstig uit het Frans

apropos

  1. à propos
    «Apropos pengar, kan du låne meg ein tiar?»
    À propos geld, kun je me een tientje lenen?
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   apropos     aproposet     apropos     aproposa  

apropos, o

  1. aanmerking, commentaar, opmerking, voetnoot