apa

Hongaars

Uitspraak

• IPA: /ˈɒpɒ/

Zelfstandig naamwoord

apa

1. (familie), (palindroom) vader

Indonesisch

Woordafbreking

• apa

Vragend voornaamwoord

apa

1. (palindroom) wat

Maleis

Vragend voornaamwoord

apa

1. (palindroom) wat

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈɑːpɑ /

Woordafbreking

• apa

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van Oudnoords:  api ww 

Naar frequentie	zeldzaam

Werkwoord

apa

1. verleden tijd van ape
2. voltooid deelwoord van ape

Schrijfwijzen

• [1-2]: apet
• [1]: apte
• [2]: apt

Zelfstandig naamwoord

apa

1. nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van ape

Schrijfwijzen

•  apen zn , m

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈɑːpɑ /

Woordafbreking

• apa

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van Oudnoords:  api ww 

Werkwoord

apa

1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast ape, zie aldaar

apa

1. verleden tijd van apa
2. voltooid deelwoord van apa

Schrijfwijzen

• [1]: apte
• [2]: apt

apa

1. gebiedende wijs van apa

Schrijfwijzen

• [1]: ap
• [2]: ape

Werkwoord

apa

1. verleden tijd van ape
2. voltooid deelwoord van ape

Schrijfwijzen

• [1]: apte
• [2]: apt

apa

1. gebiedende wijs van apa

Schrijfwijzen

• ap
• ape

Zelfstandig naamwoord

apa

1. verouderde spelling of vorm van apen tot 2012

(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud van ape, v

Zweeds

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	apa	apan	apor	aporna
genitief	apas	apans	apors	apornas

Zelfstandig naamwoord

apa, g

1. (primaten), (palindroom) aap

Talossaans

enkelvoud	meervoud
apa	apas

Zelfstandig naamwoord

apa m

1. (familie), (palindroom) grootvader

enkelvoud	meervoud
apa	-

Zelfstandig naamwoord

apa v

1. water