ante

Niet te verwarren met: ante-

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ante    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɑntə / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• an·te

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ante	anten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

ante v / m

1. (bouwkunde) platte, hoekige pilaster

Gangbaarheid

• Het woord ante staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ante" herkend door:

53 %	van de Nederlanders;
63 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Latijn

Voorzetsel

ăntĕ + accusatief

1. voor

   «Hannibal ante portas!»

   Hannibal voor de poorten!

Hyponiemen

• ex ante

Afgeleide begrippen

• ante mortem, antedateren

Noors

Woordafbreking

• an·te

Bijvoeglijk naamwoord

ante, m / v / o

1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van ane

ante, mv

1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van ane

ante, m / v / o / mv

1. bepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van ane

Werkwoord

ante

1. verleden tijd van ant

Nynorsk

Woordafbreking

• an·te

Bijvoeglijk naamwoord

ante, m /v / o

1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van ane

ante, mv

1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van ane

ante, m / v / o / mv

1. bepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van ane

Synoniemen

• ana

Werkwoord

ante

1. verleden tijd van ant

Synoniemen

• ana

Spaans

Uitspraak

• IPA: /ˈan.te/

Woordafbreking

• an·te

enkelvoud	meervoud
ante	antes

Zelfstandig naamwoord

ante m

1. (dierkunde) eland
2. suède

Synoniemen

• [1] alce

Voorzetsel

ante

1. voor, tegenover, ten overstaan van