alstublieft

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bord met het opschrift Rustig aan alstublieft.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • als·tu·blieft
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van als, 't, u en blieft als ‘tussenwerpsel: verzoek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1721 [1][2]

Bijwoord

alstublieft

  1. (formeel) als beleefde aandrang bij een verzoek of versterking bij een bevel
    • Wilt u alstublieft even doorlopen! 
     Nu is mijn witte paard ziek. Wilt u alstublieft een drank voor hem maken? Volgende week gaan wij naar Holland en zonder dat paard kan ik niet over de daken rijden.[3]'
  2. (formeel) uitroep bij het geven van iets
    • Alstublieft, (hier is) uw rekening! 
  3. uitroep die een soort van vertwijfeling uitdrukt
    • Alstublieft zeg, wat een niveau! 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen