blieft
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- blieft
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blieven |
blieft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blieven
- Jij blieft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blieven
- Hij blieft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van blieven
- Blieft!
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord blieft staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.