afladen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·la·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af en laden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afladen |
laadde af |
afgeladen |
zwak -d
gemengd |
volledig |
Werkwoord
afladen
- overgankelijk vrachtgoed van een scheepsdek of open wagen lossen
- De chauffeur heeft de vrachtwagen al bijna afgeladen.
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. vrachtgoed van een dek of van open wagen lossen
Gangbaarheid
- Het woord afladen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "afladen" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Gemengd werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 92 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %