achteroverkammen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van achteroverkammen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		achteroverkammen			achterover te kammen
	toekomend		zullen achteroverkammen achterover zullen kammen			te zullen achteroverkammen achterover te zullen kammen
voltooid	tegenwoordig		hebben achterovergekamd			te hebben achterovergekamd
	toekomend		achterovergekamd zullen hebben			achterovergekamd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	achteroverkammend		achterovergekamd			ev. kam achterover	mv. verouderd kamt achterover	kamme achterover (bijzin) achteroverkamme
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
hoofdzin	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	kam achterover	kamt achterover	kamt achterover	kamt achterover	kamt achterover	kammen achterover	kammen achterover	kammen achterover
verleden (o.v.t.)	kamde achterover	kamde achterover	kamde achterover	kamde achterover	kamde achterover	kamden achterover	kamden achterover	kamden achterover
toekomend (o.t.t.t.)	zal achteroverkammen	zult/zal achteroverkammen	zult/zal achteroverkammen	zult achteroverkammen	zal achteroverkammen	zullen achteroverkammen	zullen achteroverkammen	zullen achteroverkammen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou achteroverkammen	zou achteroverkammen	zou(dt) achteroverkammen	zoudt achteroverkammen	zou achteroverkammen	zouden achteroverkammen	zouden achteroverkammen	zouden achteroverkammen
bijzin	.. dat ik	.. dat jij, je	.. dat u	.. dat gij	.. dat hij, zij, het	.. dat wij	.. dat jullie	.. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.)	achteroverkam	achteroverkamt	achteroverkamt	achteroverkamt	achteroverkamt	achteroverkammen	achteroverkammen	achteroverkammen
verleden (o.v.t.)	achteroverkamde	achteroverkamde	achteroverkamde	achteroverkamde	achteroverkamde	achteroverkamden	achteroverkamden	achteroverkamden
toekomend (o.t.t.t.)	zal achteroverkammen achterover zal kammen	zult/zal achteroverkammen achterover zult/zal kammen	zult/zal achteroverkammen achterover zult/zal kammen	zult achteroverkammen achterover zult kammen	zal achteroverkammen achterover zal kammen	zullen achteroverkammen achterover zullen kammen	zullen achteroverkammen achterover zullen kammen	zullen achteroverkammen achterover zullen kammen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou achteroverkammen achterover zou kammen	zou achteroverkammen achterover zou kammen	zou(dt) achteroverkammen achterover zou(dt) kammen	zoudt achteroverkammen achterover zoudt kammen	zou achteroverkammen achterover zou kammen	zouden achteroverkammen achterover zouden kammen	zouden achteroverkammen achterover zouden kammen	zouden achteroverkammen achterover zouden kammen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb achterovergekamd	hebt achterovergekamd	hebt/heeft achterovergekamd	hebt achterovergekamd	heeft achterovergekamd	hebben achterovergekamd	hebben achterovergekamd	hebben achterovergekamd
verleden (v.v.t.)	had achterovergekamd	had achterovergekamd	had achterovergekamd	hadt achterovergekamd	had achterovergekamd	hadden achterovergekamd	hadden achterovergekamd	hadden achterovergekamd
toekomend (v.t.t.t.)	zal achterovergekamd hebben	zal/zult achterovergekamd hebben	zult/zal achterovergekamd hebben	zult achterovergekamd hebben	zal achterovergekamd hebben	zullen achterovergekamd hebben	zullen achterovergekamd hebben	zullen achterovergekamd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou achterovergekamd hebben	zou achterovergekamd hebben	zou/zoudt achterovergekamd hebben	zoudt achterovergekamd hebben	zou achterovergekamd hebben	zouden achterovergekamd hebben	zouden achterovergekamd hebben	zouden achterovergekamd hebben