abrikoos
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen


Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- abri·koos
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans abricots (abrikozen) dat geïnterpreteerd is als een enkelvoudige vorm, in de betekenis van ‘vrucht’ aangetroffen vanaf 1625 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | abrikoos | abrikozen |
verkleinwoord | abrikoosje | abrikoosjes |
Zelfstandig naamwoord
- (fruit) vrucht van de boom Prunus armeniaca
- Abrikozen smaken heerlijk door de yoghurt.
abrikoos m
- (bloemplanten) bepaald soort boom, Prunus armeniaca
- Aan de abrikoos zaten veel abrikozen.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
m 1. vrucht van de boom Prunus armeniaca
Gangbaarheid
- Het woord abrikoos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "abrikoos" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ abrikoos op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "abrikoos" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Fruit in het Nederlands
- Bloemplanten in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %