abdij
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: abdij (hulp, bestand)
- IPA: / ɑbˈdɛi / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ɑbˈdɛɪ̯/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɑbˈdɛː/
Woordafbreking
- ab·dij
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘klooster’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- Afgeleid van abt met het achtervoegsel -ij [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | abdij | abdijen |
verkleinwoord | abdijtje | abdijtjes |
Zelfstandig naamwoord
abdij v
- klooster met aan de leiding een abt of abdis
Verwante begrippen
Vertalingen
1. klooster met aan de leiding een abt of abdis
Gangbaarheid
- Het woord abdij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "abdij" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "abdij" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ abdij op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ij in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %