Naar inhoud springen

aanstaan

Uit WikiWoordenboek
  • aan·staan
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanstaan
stond aan
aangestaan
klasse 6 volledig

aanstaan

  1. onovergankelijk in de smaak vallen, een positieve indruk maken
    • De plannen van de regering staan mij niet aan. 
  2. onovergankelijk, onpersoonlijk een beetje openstaan
    • Kun je de deur aan laten staan, want ik heb de sleutel niet bij me. 
  3. onovergankelijk, onpersoonlijk (van apparaten e.d.) in werking zijn, ingeschakeld zijn
    • Er was brand ontstaan in het flatgebouw, want de oude man had het gas aan laten staan. 
     'Het geluid mag uit, maar ik laat het beeld liever aanstaan.[1]
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. “De schreeuw van het lam” (1994), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 902451990X
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be