Nacht

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: nacht

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Nacht
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middel- en Oudhoogduitse woord "naht" (= oorspronkelijk de tijd tussen een zonsondergang en de volgende zonsondergang)
enkelvoud meervoud
nominatief die Nacht die Nächte
genitief der Nacht der Nächte
datief der Nacht den Nächten
accusatief die Nacht die Nächte

Zelfstandig naamwoord

Nacht v

  1. (tijdrekening) nacht
    «Alle Katzen bleiben den ersten Tag und die erste Nacht in ihrem eigenen Käfig.»
    Alle katten blijven de eerste dag en nacht in hun eigen hokje.
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
  • Bei Nacht sind alle Katzen grau.
Bij nacht zijn alle katten grauw.
Uitdrukkingen en gezegden
  • die Nacht zum Tage machen
van de nacht een dag maken
  • wie ein Dieb in der Nacht
als een dief in de nacht


Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Nacht
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Nacht die Nacht
datief re Nacht der Nacht
accusatief en Nacht die Nacht

Zelfstandig naamwoord

Nacht, v

  1. (tijdrekening) nacht
Afgeleide begrippen
Opmerkingen