Tag

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: tag


Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Tag
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelhoogduitse woord "tac", dat van het Oudhoogduitse woord "tag" komt
enkelvoud meervoud
nominatief der Tag die Tage
genitief des Tages
des Tags
der Tage
datief dem Tag
dem Tage
den Tagen
accusatief den Tag die Tage

Zelfstandig naamwoord

Tag, m

  1. dag (periode dat het licht is)
    «Ab sofort können Sie sich die Angebote des Tages überall ansehen!»
    Vanaf nu kun je de aanbiedingen van de dag overal bekijken!
  2. (tijdrekening) tijdsmaat (periode van 24 uren)
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]: Guten Tag!
Goedendag!

Zelfstandig naamwoord

Tag

  1. datief mannelijk enkelvoud van Tag
Schrijfwijzen